De Correspondent leest voor
Vera Mulder - Iemand die ik niet ken: Roze rouge
SoundCloud

De Rona carnavalde mee in Den Bosch, verschanste zich achter een keelamandel en verkneukelde zich bij het aangezicht van al die mensen die nietsvermoedend op en in elkaar kropen. Toen sprong hij over en nog eens over en sindsdien is het permanent aswoensdag: feest en warmte in de achteruitkijkspiegel, soberheid en stilte op de weg voor ons.

Alle winkels zijn leeg, behalve die waar je pakketjes die je hebt besteld bij andere winkels kunt ophalen

Winkelende moeder-en-dochter met rauwe plekken in hun handen van te zware plastic tassen, verliefd stel dat samen één ijsje eet, opa die de kleinkinderen heeft vandaag maar de naam D’javensly maar niet uitgesproken krijgt, scootmobielclub voor de McDonalds en geljongen die niet gelovig is maar wel bidt dat zijn Tinderdate op de foto’s lijkt – de Rona zette zijn wijsvinger er tegenaan en flikte ze stuk voor stuk van het oppervlakte van de stad.

Toen strooide hij er een handvol Thuisbezorgd-fietstieners voor in de plaats, keek eens naar de nu oranjegespikkelde stad, haalde diep adem en blies de geuren weg van stroopwafels en rotisseriekip, die normaal als een DNA-streng om elkaar heen kringelen op de markt.

Het carillon van de Sint Jan weerkaatst ongemakkelijk hard op de verlaten pleinen, als een soundcheck in een nog lege concertzaal. 

Het pisstraatje naast de Hema, dat twee uitgaansgebieden met elkaar verbindt, wordt nog maar zo weinig gebruikt dat je er zonder je adem in te houden doorheen kunt lopen.

Alle winkels zijn leeg, behalve die waar je pakketjes die je hebt besteld bij andere winkels kunt ophalen.

Een stadsbus gaat zuchtend door een knie om een vrouw uit te laten stappen die het aan de stok krijgt met een man die te dichtbij komt naar haar zin. Mijn broertje staat achter het raam te kijken en bootst het gesprek na dat ze moeten hebben. ‘Ken je An?’ ‘Wie?’ ‘An Derhalvemeter!’

In haar raamkozijn zit de overbuurvrouw te roken, maar af en toe stopt ze per ongeluk haar pen in haar mond want ze zit tevens iets te schrijven. Misschien een gedicht over dit jaar.

Corona
Ik mis je
Man met hoed bij concert

Ik moet de deur uit, mijn shampoo is online uitverkocht. Ik sjok door het holle centrum richting drogist, neem een mandje, pak de shampoo, wil richting kassa maar word afgeleid door het glinsteren van de make-upcounter aan de overkant van de winkel.

Ik voel me opgelaten, maar inmiddels ook overtuigd van mijn missie de beste blush ooit te vinden

Zal ik? Er zijn even geen andere klanten en ik snak naar een niet-essentiële aankoop. Ik waag het erop en stap richting de counter, die eruit ziet als de mengtafel van een dj, maar dan een met poederpotjes in plaats van knoppen. 

Ik kan er nog niet lang gestaan hebben, maar de drogist trekt vrij dringend mijn aandacht, haar handen boven haar hoofd als een verkeersleider. Shit. Mijn muziek staat hard en de draadjes van mijn oordopjes zitten verstrikt in de draadjes van mijn mondkapje.

De drogist wil weten wat ik zoek. Niet of ik het een beetje kan vinden allemaal, of dat ze me ergens mee kan helpen, maar wat. ik. zoek. Ik voel me betrapt. Ik zeg een… blush? Een roze blush.

‘Een roze rouge?’ controleert de drogist. Ik zeg ja. Daar kan ze me vast mee helpen, zegt ze zo hard dat haar collega opkijkt van achter de bruistabletten. Ze neemt me onzichtbaar maar voelbaar aan de hand van counter naar counter. ‘Hier deze, die zijn heel diep gepigmenteerd. Wanneer wil je het gaan dragen? Ga je ergens heen? Heb je de rest van de look er al bij bedacht? Deze lijkt me mooi bij je haarkleur. Ik gebruik zelf altijd deze, wacht, loop eens mee, ja deze.’

Ik weet niet goed hoe ik haar vragen moet beantwoorden, behalve met ‘hmhm’ en ‘ja is mooi ja’, haar collega’s kijken inmiddels ook toe hoe ik word geholpen met iets dat ik niet nodig heb en ik voel me opgelaten, maar inmiddels ook overtuigd van mijn missie de beste blush ooit te vinden.

Maar na counter nummer zes, die helemaal geen blushes heeft, we bekijken inmiddels ook alle highlighters in de winkel, zakken mijn schouders omlaag bij het besef dat haar dringende verzoek om me te helpen niet komt omdat ze me snel uit de winkel wil hebben – maar uit het tegenovergestelde. ‘Hier, dit merk heeft ook echt hele goede, maar wel echt droog en poederig dus dan kun je er het beste een mooie crème onder gebruiken – die staan daar aan de overkant, zullen we even?’

Lees ook:

Waarom ik de zelfscankassa in 2021 links laat liggen Op een drukke dag koos ik, zoals steeds vaker, voor de snelste optie: de zelfscankassa. Maar toen ik de winkel uit liep, had ik spijt. Lees de column van Jonah Falke